Lees-, schrijf-, en rekenproblemen vinden hun oorsprong in tekorten in het taalvermogen van het kind, terwijl er sprake is van een normale intelligentie.
Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen. De automatisering van het lezen verloopt dus moeizaam, en ondanks grote inspanningen blijft de letter- en woordherkenning moeizaam verlopen.
Dyslexie gaat vaak samen met andere problemen, zoals dysorthografie, dyscalculie, dyspraxie, gedragsproblemen, autisme, spraak- en taalproblemen.
Dysorthografie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het spellen.
Kinderen met ernstige spellingsproblemen hebben moeite met het fonologisch verwerken van taal. Ze hebben met andere woorden moeite met de koppeling van gesproken taal aan geschreven taal. De spellingsregels raken moeilijk geautomatiseerd waardoor het schrijven meer tijd vergt.
Iemand met dysorthografie kan eveneens moeite hebben bij het leren van een nieuwe taal (Frans, Engels, ...).
Dyscalculie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het vlot en nauwkeurig ophalen en toepassen van reken- en wiskundevaardigheden.
Met spraakproblemen worden problemen bedoeld die de verstaanbaarheid van het spreken verminderen of verstoren.
Enerzijds kan het gaan over het niet of incorrect uitspreken van de /s/ of de /r/. Anderzijds kan het ook gaan over het vervormen van woorden of het weglaten en vervangen van klanken (bv. /kip/ wordt /tip/).
De taalontwikkeling van kinderen volgt verschillende stadia. Bij een aantal kinderen verloopt de ontwikkeling vertraagd of afwijkend (cfr. taalstoornis). Het taalprobleem treft de woordenschat, het taalgebruik, de verbuigingen, vervoegingen en de zinsbouw. Tijdens een grondig onderzoek worden de spraak- en taalvaardigheden in kaart gebracht. Ook het gehoor, de intelligentie en de concentratie worden in het onderzoek opgenomen. De logopedist werkt hiervoor samen met een psycholoog en een neus-, keel- en oorarts.
Stemproblemen komen zowel voor bij kinderen als bij volwassenen. Iemand heeft een stemprobleem wanneer zijn stem om een of andere reden niet kan voldoen aan de eisen die eraan gesteld worden.
Stemstoornissen hebben diverse oorzaken. Die oorzaken kunnen te maken hebben met het stemorgaan zelf of met de wijze waarop je het stemorgaan gebruikt. Heel vaak ontstaan stemproblemen door een combinatie van
beide. Het is de taak van de logopedist om het foutieve stemgedrag af te leren en het juiste stemgedrag aan te leren.
Afwijkende mondgewoonten zoals duimzuigen, habitueel mondademen of infantiel slikken, kunnen een foutieve tongligging veroorzaken. Hierdoor wordt het evenwicht in de mond verstoord. Dit resulteert vaak in afwijkingen van de kaak of het gebit en de articulatie.
De orthodontist behandelt de kaak- en gebitsafwijkingen. De logopedist behandelt de afwijkende mondgewoonten en de articulatie.
Een orthodontische behandeling heeft dus pas nut, als de myofunctionele problemen opgelost worden.
Dysfagie is een stoornis in het slikproces. Het slikproces bestaat uit verschillende achtereenvolgende fasen, en stoornissen kunnen in zich één of meerdere van deze fasen voordoen.
De oorzaken van slikproblemen zijn heel divers: een neurologisch probleem (zoals een hersenletsel, MS of de ziekte van Parkinson), aandoeningen in het hoofd-halsgebied , medische behandelingen of medicatie of het normale verouderingsproces
Dysfagie manifesteert zich via verschillende symptomen: pijn, een moeilijke passage, verslikken.
De logopedische behandeling bestaat o.a. uit het aanleren van een veilige en comfortabele slik en het aanpassen van houding, voedsel of eetgerei.
Dysartrie is een spraakstoornis ten gevolge van een beschadiging van het
zenuwstelsel, bijvoorbeeld na een beroerte of trauma. Ook spierziektes
of andere neurologische aandoeningen kunnen een oorzaak zijn. Iemand met
dysartrie is vaak moeilijk verstaanbaar. De spieren die instaan voor
het spreken (nl. die van de lippen, de tong, het gehemelte en de
stembanden) en de ademhalingsspieren zijn aangetast waardoor de
verstaanbaarheid vermindert. Er kunnen problemen optreden bij
ademhaling, stemgeving, resonantie, articulatie en prosodie. De ernst
hiervan kan sterk variëren.
Dysartrie kan gepaard gaan met slikproblemen. Het taalvermogen van een persoon met dysartrie daarentegen is intact.
Afasie is een taalstoornis ten gevolge van een hersenletsel, meestal na
een beroerte of trauma. Soms kan ook een infectie, gezwel of ongeval de
oorzaak zijn. Iemand met afasie heeft problemen met het begrijpen en/of
het uiten van gesproken en/of geschreven taal. Ook het lezen en
schrijven kunnen aangetast zijn. Afasie kan gepaard gaan met andere
aandoeningen, zoals verlammingen, concentratieproblemen,
oriëntatieproblemen of emotionele problemen.